Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Beausobre

betekenis & definitie

(Isaac de), een geleerd man, geb. 1659 te Niort, gest. 1738, eerst protestantsch predikant te Chètillon-sur-Indre, verliet Frankrijk bij de herroeping van het edict van Nantes, nam de wjjk naar Holland, en ging vervolgens (1694) naar Berlijn, waar hij tot predikant aangesteld en door den koning met gunstbewijzen overladen werd. Behalve zijne preken en eene vertaling van het Nieuwe Testament, heeft men van hem eene zeer geachte (doch door den Jezuit Alticozzi hevig aangevallene) Histoire du Manichéisme (2 dln. in 4°., Amst. 1734 —39) en eene Histoire de laréformalion depuis 1517 jusqu’ d 1530 (4 dln. in 8°., Berlijn 1785); zijnde dit laatste werk, pas in het licht verschenen na B.'s dood, slechts een gedeelte van eene uitgebreide Geschiedenis van het Protestantismus, waaraan hij het grootste gedeelte van zijn leven had gewerkt.

(Louis), een der twee zonen van den vorige, schreef le Pyrrhonisme du Sage (Berlijn, 1754).

< >