Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Attalus i (pergmus)

betekenis & definitie

koning van Pergamus (241 tot 198 v. Chr.), vergrootte zijn grondgebied door schitterende overwinningen op Antiochus II van Syrië; later door Antiochus III en door Philippus III van Macedonië in het naauw gebragt,werd en bleef hij de bondgenoot der Romeinen, waardoor hij aan zijn rijk weder rust verzekerde; hij was een bevorderaar van letteren en wetenschappen, en stichtte de beroemde bibliotheek van Pergamus. •

A. II, bijgenaamd Philadelphus, zoon van A. I, kwam op den troon na zijnen ouderen broeder Eumenes (157 v. Chr.), sloeg Prusias af, die zijn rijk bedreigde, herstelde Ariaratheus op den troon van Cappadocië, en stichtte Attalia, Philadelphia en meer andere steden. Op zijn ouden dag gaf hij zich geheel over aan de genietingen van eene goede tafel, en liet het regeringsbeleid geheel aan zijn gunsteling Philopoemen over. Hij stierf op 82-jarigen leeftijd (137 v. Chr.), vergeven door zijn neef, die daarop zelf den troon beklom als A. III, bijgenaamd Philometor, en zich aan nog meer gruwelen en moorden schuldig maakte. In weerwil daarvan was de regering van A. III niet ongelukkig; hij sloeg koning Nicomedus van Bithynië af. Doch al spoedig onttrok deze A. zich aan het regeringsbeleid, om al zijn vermaak te zoeken in akker- en tuinbouw. Intusschen werd hij aanhoudend gekweld door de wroegingen van zijn geweten, derwijze, dat hij er krankzinnig van werd; toen sloot hij zich op in zijn paleis, ging niet anders meer gekleed dan in rouwgewaad, en na 5 jaren koning te zijn geweest, stierf hij kinderloos, zijn rijk vermaakt hebbende aan de Romeinen. Ook de beide laatste A. waren beschermers van wetenschap en letteren, en alle 3 werden voor schatrijk gehouden; vandaar het spreekwoord Attalische rijkdom enpracht.

< >