Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Armatolen en clephten

betekenis & definitie

noemde men christelijke heerscharen, die zich sedert de vestiging van het osmanische rijk in Europa nagenoeg geheel onafhankelijk staande hielden indenoordelijk gelegene berglanden van Griekenland. Clephten beteekent oorspronkelijk: roovers; enA. noemde men hen, die met de Porte in onderhandeling traden.

Het eerst werd aan de bewoners van den berg Agrapha het voorregt verleend, ter handhaving van de openbare orde eene schare te mogen wapenen, en van daar verspreidden de A. zich over het geheele grieksche vasteland .Zij vormden bij de uitbarsting van den griekschen vrijheids-oorlog (destijdsongeveer 12,000 man sterk) het hoofdbestanddeel van de hetaeria. Toen de vrede totstandkwam, konden deze horden echter bij de geregelde orde zaken niet wel bestaan, en zij hebben het gouvernement van koning Otto veel ongelegenheden veroorzaakt. Zie ook PALLIKAREN.

< >