Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Aquileja

betekenis & definitie

of Voglej. ook Aglar genaamd, vlek in Illyrié, kreis Górtz, ten noordwesten van Triest bij de Adriatische zee, met 1700 inw., die meerendeels leven van de visscherij. Aanvankelijk was A. de hoofdplaats der Carni, een venetiaansch volk; anno 180 vestigde zich te A. eene romeinsche volkplanting,hoofdzakelijk methet doelom de rondom wonende Istriërs in onderwerping te houden; A. lag destijds aan het riviertje Natiso, in de nabijheid van de kust; in den tijd van het romeinsche keizerrijk werd A. een der bloeijendste koopsteden en hoofdstad van Venetie; ten tijde van Augustus telde het 100,000 inw., en onder Marcus Aurelius was het, als hoeksteen van Italië tegen de Barbaren, de eerste vesting des rijks.

Maximinus werd hier door de zijnen gedood, terwijl hij A. belegerde. Na den slag in de Catalauniscbe velden (452) werd de stad (destijds >het tweede Rome” genoemd) door Attila verwoest. Een latere inval derLongobardenen de opkomst van Venetië voltooiden haren ondergang. Nog heden ten dage treft men in en om A. vele romeinsche oudheden aan.

< >