de heilige of de groote, de stichter van het mounikwezeu, geb. omstreeks 250 te Coma bij Heraclea in OpperEgypte. Na zijne goederen verkocht en onder de armen uitgedeeld te hebben, begaf hij zich als kluizenaar in de egyptische wildernis; doordien eveneens geziuden hunne hutten of kluizen kwamen opslaan in de nabijheid van de zijne, werd dit de kiem, waaruit zich later het kloosterleven ontwikkelde.
Slechts tweemaal was hij uit zijne afzondering te voorschijn getreden, namelijk ; eens om de Christenen te schragen tegen de vervolgingen van Maximirius, en eens om het ware geloof te verdedigen tegen de Ariaueu. Geëerbiedigd zelfs door de Heidenen, en geëerd door de keizers, stierf hij in den ouderdom van ruim 105 jaren (anno 356) in eene afgelegene woestenij, waar de duivel hem intusschen niet met rust had gelaten (verhaalt ons de legende), maar 20 jaren lang allerlei listen had aangewend om hem te verleiden; doch A. had wederstand weten te bieden aan alle verzoekingen; zijn leven was eene aaneenschakeling van strijden tegen den Booze en van mirakelen, die hij deed (zie ook lager). De legende daar latende, weten wij thans dat de ascetische geschriften, die hem toegedicht worden, niet van hem zijn.Tegen het naar hem genoemde StnJ Antonies vuur, eene in de middeleeuwen dikwijls voorkomende ziekte met ontsteking en versterving van de ledematen, moet geen beter middel bestaan hebben dan den heiligen A. aan te roepen om zijne voorbede bij God, hetgeen menigmaal ontaardde in regtstreeksche aanbidding van A. zelven. Dit dankbaarheid, omdat zijn zoon op die wijze gered was, stichtte Gaston,een rijkfransch edelman, de Hospitaalbroederschap van den heiligen A., en werd daarvan zelf de eerste grootmeester. Deze Orde, bestendigd door paus Urbanus II te Clermont 1096, werd door Bouifacius VIII (anno 1298) erkend als eene broederschap van reguliere koorheeren naar den regel van St. Augustinus. De kleeding van deze Antonie-heeren (Antonianen, Antoniten) was zwart, met een veel op eene T gelijkend kruis (Antonius-kruis) van blaauw smelt op de borst. De talrijke kloosters van deze wijdverspreide Orde zijn thans alle verdwenen.