Geb. 1756 te Bologna, advokaat en hoogleeraar in de regten, vervulde 1797 voor zijne vaderstad eene zending naar Parijs, werd vervolgens voorzitter in den raad der oudsten van de Cisalpijnsche republiek en lid der regerings-commissie van dat nieuwe gemeenebest. In 1801 woonde hij de door Napoléon I te Lyon bijeengeroepene Consulta bij, en werd door den Eersten Consul tot president van den staatsraad der republiek Italië benoemd, doch deed afstand van die waardigheid, omdat hij zich met Melzi, den vice-president, niet verstaan kon.
In het daarop gevolgde koningrijk Italië werd hij minister. Na de Restauratie vestigde hij zich te Milaan, en wist het vertrouwen der oostenrijksche regering te winnen. Hij stierf te Pavia 5 October 1826.