fransch schrijver, geb. 1738 te Pont-de-Beauvoisin in Dauphiné, gest. 1820 te Parijs, was vicaris-generaal van Embrun in 1789, verliet toen den geestelijken stand en omhelsde de beginselen der omwenteling, doch hield zich schier uitsluitend bezig met letterkunde en geschiedenis. De voornaamste zijner werken zijn : Histoire philosophique de la révolution française (2 dln.
Parijs 1796 ; 6e druk in 6 dln. 1817); Histoire des révolutions de l'Inde au 18e siècle (2 dln. 1796; 2e druk in 4 dln. 1797); Abrégé chronologique de l’histoire de France, zijnde een vervolg op het werk van president Hénault, tot aan de komst van Lodewijk XVIII in Frankrijk (4e druk 1820). Verscheidene andere historische werken van F. zijn in manuscript gebleven.