geleerde, geboren 1725 te Nîmes, gest. 1784 te Parijs, zoon van een protestantsch predikant, kwam 1769 naar Parijs, en werd daar aangesteld als koninklijk censor. Hij was tot aan zijnen dood bezig aan het zamenstellen van een groot werk, getiteld : Le Monde primitif analysé et comparé avec le monde moderne (9 dln. in 4°., 1773—83).
Kort voor zijnen dood deed hij eene poging om zijne gezondheid te herstellen door hulp te zoeken bij het dierlijk magnetismus, en vond daarbij werkelijk min of meer baat ; naar aanleiding daarvan schreef hij een Lettre sur le magnétisme animal (1784), die zeer veel opzien verwekte.