IS dat gedeelte der dogmatiek, dat over de engelen handelt. Men onderscheidt ze in goede en kwade engelen.
De Bijbel noemt onderscheidene klassen van goede geesten, bij voorbeeld Cherubijnen en Serafijnen. De Joden splitsten de engelen in tien klassen. Volgens pseudo-Dionysius Areopagila zijn er drie klassen, elk weder in drie onder-afdeelingen gesplitst. De opperste der kwade engelen is Satan ; hij en zijne onderhoorige engelenschaar worden als de oorzaak beschouwd van alle stoffelijk en zedelijk kwaad.