Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

André marie jean jacques dupin

betekenis & definitie

fransch rechtsgeleerde en staatsman, geb. 1 Febr. 1783 te Varzy, was na den val van Napoleon I lang als verdediger in gewichtige staatkundige processen beroemd (o. a. ook voor maarschalk Ney); sedert Aug. 1830 procureur-generaal bij het hof van cassatie, was hij ook vele jaren lid en achtmaal president der kamer van afgevaardigden; laatstgen. waardigheid bekleedde hij ook 24 Febr. 1848; zoo ook president der Wetgevende vergaderingen tot 2 Dec. 1851. Na de uitvaardiging van het decreet, waarbij de bezittingen der familie Orleons verbeurd verklaard werden, legde hij zijn ambt bij het hof van cassatie neder; hij aanvaardde dat echter weder in 1857, en was sedert dat tijdstip een der warmste aanhangers van het nieuwe keizerrijk, totdat hij Nov. 1865 stierf.

Hij werd doorgaans genoemd Dupin de Oude; hij deed 1865 een voorstel om wettelijke bepalingen te maken tegen het overmatige weelde-tentoonspreiden der parijsche lichtekooien.

< >