bij de Romeinen de godin der Vriendschap, werd voorgesteld in de gedaante van eene schoone maagd, met half ontblooten boezem, gekleed in het wit, het hoofd mit mirte en granaatbloesems omkranst. Op haar voorhoofd las men de woorden : AEstate, hyeme (d. i. des zomers en des winters), en in den zoom van haar kleed Morte vitaque (d. i. in leven en dood).
Met den regterwijsvinger wees zij op hare geopende zijde naar het hart en op de woorden Prope proculve (d. i. nabij en veraf). Zie PHILIA.