(don), graaf van Gormas, geb. 1388, minister en gunsteling van Johannes II, koning van Castiliê, die hem 1423 tot connetabel benoemde. Hij maakte zich bij het volk gehaat door zijne knevelarijen, en door zijne hoovaardij bij de grooten.
Deze bewerkten tweemaal dat L. van het hof gebannen werd, maar beide de keeren werd hij spoedig teruggeroepen. Eindelijk, toen de groottresorier van Castilië, don Alphonso de Vivars, vermoord was, gelukte het aan de vijanden van L. hem in staat van beschuldiging te doen stellen en hem te doen veroordeelen als bewerker van dien moord ; men beschuldigde hem tevens van verscheidene andere misdaden, o. a. dat hij geld ontvangen had van de Mooren, om de belegering van Granada te verhinderen. Hij werd in 1453 te Valladolid onthoofd.
