d. i. de stad Gods, ook Ilahabad, provincie, dictrict en stad in Hindostan. De provincie A. ligt tusschen 24° en 26° noorderbreedte en 76° 30' en 8 iü oosterlengte, tusschen de provinciën Audh, Agra, Gondwana, Behar en Malwa, wordt door den Ganges en de Dzjemnah doorstroomd, en bestaat grootendeels uit vlak liggenden, vruchtbaren grond.
De voornaamste uitvoer-artikelen zijn : ruwe boomwol en- wollen weefsels, suiker, indigo, opium, salpeter, en diamanten uit de mijnen van Poenah. De voornaamste steden dezer provincie, sedert 1803 in het bezit der engelsch-oostindische Compagnie,zijn: Benares, Mirzapoer, Joeanpoer, Boendelkoend, enz. De hoofdstad A., aan den zamenloop der gewijde rivieren (Ganges en Dzjemnah), is eene der meest bezochte bedevaartplaatsen in Hindostan. Het aan den zamenloop der twee stroomen gelegen fort, dat zoowel de beide rivieren als den grooten weg tusschen Calcutta en Delhi bestrijkt, is 1583 door keizer Akbar uit ruwe quadersteen gebouwd en behoort tot de grootste gewrochten van bouwkunst der aarde. De sedert 1765 aan de Engelschen toebehoorende stad telt ongeveer 72,000 inw., heeft een hoofd tuighuis en een militair depót voor de westelijke provinciën, is de zetel van een engelsch geregtshof en heeft eene belangrijke nijverheid, wat betreft zijden en katoenen stoffen. Er is nog een A., stad in Bhawlpoer, noordwestelijk Hindostan, 5 mijlen ten zuidwesten van Achmedpoer.