Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ali-pacha

betekenis & definitie

pacha van Janina, geb. 1744 te Tepeleni in Albanië, uit het geslacht der opperhoofden van de onafhankelijke Toctsiden. Zijn vader, wien de naburige pachaas bijna al zijne bezittingen ontnomen hadden, stierf toen A. 16 jaren oud was, waarop zijne moeder hem het opperbevel over hare aanhangers toevertrouwde.

De eerste krijgs-ondernemingen liepen ongelukkig af, en hij werd gevangen genomen. Het geluk was hem later gunstiger, en hij trok in zegepraal Tepeleni binnen, waarop hij zijnen broeder ombragt en zijne moeder in den kerker wierp. Door tusschenkomst der Porte bekwam hij de bezittingen zijns vaders terug. Zijn schoonvader, de pacha van Delvino, door den sultan ter dood veroordeeld zijnde, belastte A. zich met de taak dat vonnis te voltrekken. Dit volbragthebbende.werd hij bij wijze van belooning zelf tot pacha van Delvino benoemd; en later tot pacha van Tricala. Met de vijanden der Porte, zooals met Rusland en Bonaparte, stond hij in geheime betrekking en veroorloofde zich daarenboven vele misbruiken, die ongestraft hieven eensdeels doordien hij zooveel magt had en ten andere door het omkoopen van den divan. Met eenen valschen firman wierp hij zich op ais pacha van Janina, en de sultan had de zwakheid hem als zoodanig te erkennen. In het bezit van dezen gewigtigen post maakte hij zich,deels door geweld deels door list, van geheel Albanië (of het oude Epirus) meester en vervolgens van het eigentlijk gezegde Griekenland. In 1803, na de Franschen verraden en de Soelioten onderworpen te hebben, werd hij door den sultan tot opperstadhoudervan geheel Roemelie benoemd. Later stond hij in geheime verstandhouding met de Engelschen en had blijkbaar geen ander streven op het oog, dan zich met der tijd onafhankelijk te maken van Turkije; hij werd dan ook meer en meer gewantrouwd door de Porte, die 1820 besloot aan zijne gestadig toenemende magt een einde te maken. Om dien slag af te wenden deed A. eene poging om Pacho Bey, zijn geslagen vijand, in Constantinopel om het leven te laten brengen; die poging mislukte echter, en A. werd alsnu door den sultan ter dood veroordeeld. Van de grieksche beweging trok hij intusschen partij om zich staande te houden tot 1822, toen hij, in het fort van Janino ingesloten, genoodzaakt was zich aan Koerzjid-pacha over te geven; en,ofschoon hem lijfsgenade en het behoud van zijne bezittingen verzekerd was, werd hij 5 Februarij verraderlijk vermoord. Zijne zonen waren reeds 1820 gevangen genomen en 1821 teregtgesteld. In zijn binnenlandsch bestuur was A. op regt en orde gesteld, en bevorderde hij handel en nijverheid ; doch voor het overige had hij een boosaardig karakter.

< >