Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ali (musulmansch vorst)

betekenis & definitie

uit het geslacht der Almoraviden (1106—1143), bezat in Afrika het geheele keizerrijk Marokko en in Europa bijna het geheele Schiereiland. Hij stichtte de stad Marokko.

Op het laatst van zijne regering werd zijne magt gefnuikt door de Almohaden, die hem verscheidene afrikaansche gewesten ontweldigden.

< >