ook Arthus Claeszoon genaamd, geb. te Leyden 1498, was aanvankelijk wolkammer van beroep; doch zich op het schilderen toegelegd hebbende, maakte hij daarin zulke vorderingen, dat Frans Florisz. hem voordeelige aanbiedingen deed, om hem over te halen zich te Antwerpen neder' te zetten, hetgeen hij echter weigerde. Ofschoon een goed schilder, kenmerkte al zijn werk zich door eene onoogelijke grofheid van penseel.
Hij was misvormd van gestalte, en leidde geen zeer geregelde levenswijs, ten gevolge waarvan hij dan ook, op zekeren nacht huiswaarts keerende, uitgleed, in eene gracht viel en verdronk 1564.