Gr., tonische kramp der kauwspieren, ook wel mondklem, klem, of kaakkramp genoemd. De tanden zijn hierbij stijf op elkaar gedrukt, de kauwspieren (vooral de masseter) voelen steenhard aan.
Is de kramp éénzijdig, dan wordt de onderkaak zijdelings verschoven. Is de kramp clonisch dan treedt knarsetanden (tandknarsen) of klappertanden op. Deze krampen worden meestal reflectorisch opgewekt door prikkeling der gevoelstakken van het 5e hersenzenuwpaar (zoo b.v. het tandknarsen in den slaap). T. is een der eerste verschijnselen van tetanus (zie aldaar) en komt ook voor bij aandoeningen der hersenvliezen. Het klappertanden wordt veelal reflectorisch opgewekt door koude, ook bij beginnenden koortsaanval.