Het mannelijk lid of de roede is een, uit drie sponsachtige lichamen samengesteld, zeer vaarrijk orgaan, dat door bloedtoevoer sterk kan zwellen, en daarbij een zekere mate van stijfheid verkrijgt (oprichting of erectie). Van de drie sponsachtige lichamen (corpora cavernosa) wordt het onderste (corpus cavernosum urethrae) doorboord door de pisbuis, die er in de lengte door loopt; dit lichaam vormt aan het voorste uiteinde een verdikking, de eikel of glans penis, door een gleuf van de schacht van het lid gescheiden. De huid van den P. is zeer verschuifbaar en vetarm, om de verlenging van de roede mogelijk te maken; verder vormt deze huid om den eikel een verdubbeling (duplicatuur), die den naam draagt van voorhuid of praeputium, en door een toompje aan den eikel is bevestigd.
De P. is door een bindweefselstreng aan het schaambeen bevestigd. Het afscheidingsproduct van de binnenzijde der voorhuid, vermengd met afgestooten epitheelcellen, vormt het kaasachtige, sterk riekende voorhuidssmeer, sebum praeputiale. Deze afscheiding is in warme landen sterker dan in de koude luchtstreek.Ziekten van den P. De meest voorkomende misvorming van den P. is het gedeeltelijk openblijven van de pisbuis aan de bovenzijde van het lid (meestal verbonden met een dergelijke afwijking van de blaas), epispadie genoemd en vooral het uitmonden van de pisbuis aan de onderzijde van den P., hypospadie. De bezwaren bestaan in stoornissen der urineloozing en van het uitoefenen der geslachtsfunctie. De behandeling is operatief. Verder kan de P. ontbreken of gebrekkig ontwikkeld zijn. Van groot belang is de aangeboren vernauwing van de opening in de voorhuid, phimosis (zie aldaar), die eveneens in vele gevallen een operatieve behandeling vereischt. De insnoering van den eikel door de teruggeschoven voorhuid, draagt den naam van Spaansche kraag of paraphimosis (zie aldaar).
Verwondingen van den P. zijn vrij zeldzaam; het meest vindt men ze door zelfverminking bij krankzinnigen, soms worden ze bij den coïtus toegebracht door wraakzuchtige vrouwen. Het afsnijden van roede en balzak (emasculatie) is bij sommige godsdienstige secten, o.a. in Rusland, gebruikelijk; vele wilde volksstammen snijden bij krijgsgevangenen den P. af. De bloeding is het sterkst wanneer de verwonding tijdens een erectie ontstaat. Inscheuring van het toompje der voorhuid komt tijdens den bijslaap nog al eens voor; bij dezelfde gelegenheid kan ook de onderhuidsche verscheuring der sponsachtige lichamen tot stand komen (fractuur van den P.). Het ontstaande litteekenweefsel veroorzaakt dikwijls een verkromming van het lid in den toestand van oprichting, waardoor uitoefening van den bijslaap onmogelijk kan worden. De ontsteking van den eikel (balanitis) gaat meestal gepaard met die der voorhuid (posthitis), is veelal het gevolg van ophooping van eikelsmeer bij bestaande phimosis, en kan door den leek voor een druiper worden aangezien (zie Eikeldruiper). De meest voorkomende gezwellen aan den P. zijn de wratachtige condylomen en kanker (meestal in bloemkoolvorm). Zie ook Sjanker.