het ingedikt melksap (heulsap) van papaver somniferum (slaapbollen). Men kent verschillende soorten, die het hoofdbestanddeel, morphine, in verschillende hoeveelheid bevatten; het officineele bevat 10 pCt.
Opium was reeds zeer vroeg bekend; in de grijze oudheid vindt men de papaver als zinnebeeld van den slaap; Hippocrates bediende zich van O. als narcotisch middel. Het komt als roodbruine koeken in den handel; gedroogd en fijngewreven is het een geelbruin poeder met eigenaardigen reuk en bitteren smaak. Het is een mengsel van indifferente plantenstoffen, eiwit, slijm, suiker en een zeer groot toenemend aantal alcaloïden. Deze alcaloïden zijn te onderscheiden in driehoofdgroepen.
1. Morphinegroep: deze hebben een zeer narcotische (bedwelmende) werking. De voornaamste vertegenwoordiger dezer groep is morphine; dit is bijna onoplosbaar, en wordt daarom meestal gebruikt als zoutzure verbinding. De werking bestaat in vermindering der gevoelsgewaarwordingen, verzwakking van den wil, bloedovervulling der huid, vermindering der darmperistaltiek, vermindering der urine-uitscheiding, vernauwing der pupil. De dood kan er door veroorzaakt worden. Bij langdurig gebruik went men aan het middel, zoodat soms 4 gram per dag zonder bezwaren genomen kan worden; er bestaat dan een toestand van chronische vergiftiging. Het middel wordt o.a. toegepast bij pijnen, benauwdheid, slapeloosheid (door pijn), opwindingstoestanden, hoest. In gevallen waarin men de darmbeweging wil onderdrukken, bij buikvliesontsteking, darmbloeding enz., geve men liever opium. Behalve zoutzure morphine en opium geeft men ook soms opiumextract, samengesteld opiumpoeder (Doveri-poeder, zie aldaar), opiumlinctuur, papaverstroop (voor kinderen wel gebruikt; echter door wisselende samenstelling geen geschikt middel), aromatische opiumwijn of laudanum, enz.
Pantopon is een middel, dat morphine vervangen kan en dat men als ongevaarlijker beschouwt. De werking is dezelfde. Hetzelfde geldt van dilaudid.
2. Codeïnegroep. Hiertoe behooren papaverine, codeïne, narcotine, thebaïne, laudanine enz.; het voornaamste is codeïne, in 1832 ontdekt en meestal als phosphorzuur-zout gegeven, voornamelijk tegen hoest. De narcotische werking is gering.
3. Protopinegroep, bevat protopine en cryptopine; van minder belang.