Wij moeten onze huid steeds in zulk een toestand houden, dat zij het best in staat is om de haar opgelegde functies te verrichten. De voortdurend plaats hebbende afstooting van de bovenste lagen der opperhuid, de eveneens onafgebroken werkzaamheid van de smeer- en zweetklieren, welke haar product aan de oppervlakte der huid deponeeren en de uit de kleederen of uit de lucht op de huid neerslaande stofdeeltjes te zamen vormen een afsluitende laag, die de verdere werking der huid schaadt.
Dit te verhinderen is de taak der huidverzorging, welke de huid herhaaldelijk van die laag zoekt te bevrijden en wel door wasschingen, baden en dikwijls verwisselen van ondergoed. Reinigingsbaden moeten dus niet alleen om aesthetische, doch ook om sanitaire redenen gebruikt worden, voornamelijk warme baden met zeep. Hierdoor wordt de bovenbedoelde laag het zekerst en het snelst verwijderd. Ter vervanging der baden kan men wasschingen van het geheele lichaam toepassen; dit moet ieder mensch dagelijks doen. De bekende Italiaansche arts en natuurkundige Mantegazza beweert met eenig recht, dat de beste maatstaf voor den ontwikkelingsgraad van een volk is de eerlijkheid en het zeepverbruik. Te veel en vooral te scherpe zeep mag bij de reiniging echter niet gebruikt worden, daar deze anders de huidporiën verstopt, en de afscheiding van huidsmeer en zweet belemmert.De huid dient verder op sommige plaatsen beschermd te worden tegen de bijtende werking van overvloedig afgescheiden zweet, en het schuren en wrijven der kleeren; zoo b.v. in liezen en oksels, Neemt men hiertegen geen maatregelen, dan wordt de huid hier spoedig dun en gaat op enkele plaatsen open; zoo ontstaat het z.g. „zich doorloopen”, dat vooral bij dikke personen en in het warme jaargetijde voorkomt. De kleederen moeten dus ruim en zacht zijn en de sterk zweetafscheidende deelen één of meermalen daags worden ingepoederd. Het spreekt van zelf, dat bij zieken de zorg voor reinheid der huid een nog klemmender eisch is, dan bij gezonden. Alleen moet de aard der reiniging bij vele ziekten met zorg gekozen, en de bepaling daarvan dus aan den geneesheer overgelaten worden.
