dient, evenals suiker, minder tot voedings- dan wel tot genotmiddel en wordt in de geneeskunde nu en dan gebruikt om haar laxeerende en verkoelende eigenschappen. H. is in hoofdzaak een geconcentreerde oplossing van druivensuiker en vruchtensuiker, met sporen van aetherische oliën.
Een eerste voorwaarde is, dat H. zuiver is. Daartoe behoort, dat zij in water volkomen oplost en niet zuurachtig smaakt of er schuimachtig uitziet. Is de maag zeer zwak of de spijsvertering gestoord, dan wordt H. dikwijls niet verdragen, maar veroorzaakt zij zuur en diarrhee. Bij vele menschen roept het gebruik van H. een uitbarsting van netelroos (urticaria) te voorschijn. Op brood gegeten,veroorzaakt zij reeds in betrekkelijk kleine hoeveelheid (een paar eetlepels) stoelgang. In water opgelost, met azijn vermengd, vormt zij een aangenamen verkoelenden drank, die ook als gorgeldrank kan gebruikt worden. Een ingedikt mengsel van 1 deel azijn met 2 deelen H. draagt den naam van oxymel simplex; een mengsel van rozenwater en gezuiverden H. wordt rozenhoning, Mei rosatum genoemd. In sommige streken zou de H. door de bloemen, waarvan zij afkomstig is, vergiftige eigenschappen bezitten; met zekerheid is dit echter slechts zelden vastgesteld. De beste H. is afkomstig van lipbloemige planten in Cuba, Mahon, enz.