Gepubliceerd op 14-06-2022

Gummi

betekenis & definitie

(Gom), naam van een menigte in het plantenrijk zeer veel voorkomende stoffen, die onderling in eigenschappen en samenstelling veel overeenkomst vertoonen. In de meer bepaalde beteekenis van het woord verstaat men onder G. een stof, die met water een dikke, slijmachtige, kleverige vloeistof vormt.

In den handel worden ook vele zelfstandigheden als G. aangeduid, die tot de harsen of gomharsen behooren. Gomharsen zijn n.l. verharde emulsie's van hars- en gomachtige stoffen; zij worden gebruikt voor de bereiding van pleisters. De meest bekende harsen en gomharsen vindt men onder Harsen vermeld. Echte gomsoorten zijn: de Arabische en de Senegalgom. De Arabische gom (gummi arahicum) komt van verschillende heesters, die in noordelijk Afrika, het Boven-Nijlgebied en Senegambië voorkomen, als Acacia gummifera, A. arabica, en vooral A. seyal, A. verek en A. tortilis, uit wier schors het van zelf vloeit, waarop het aan de lucht hard wordt. Het zijn stukken van erwt- tot hazelnootgrootte, die meestal onregelmatig, glasachtig, doorzichtig, kleurloos of geelachtig zijn, met een schelpachtige breuk, zonder reuk, van een flauwen smaak en klevend als men ze nat maakt.

Zij lost in water volkomen op, met teruglating van bijgemengde onzuiverheden, tot een kleverige vloeistof. Minderwaardige gomsoorten zijn de Barbarijsche, Australische en Oost-Indische. Niet wezenlijk verschillend van de Arabische gom is de Senegal-gom (gummi senegal) van Acacia senegal uit eenige streken van Afrika aan de oevers van den Senegal; zij wordt zeer dikwijls in plaats der Arabische gebruikt, en bestaat uit ronde, dikwijls groote stukken; deze zijn deels doorschijnend en bijna kleurloos, deels geel en bruin gekleurd. Uitgezochte stukken zijn van Arabische gom nauwelijks te onderscheiden. Vele in den handel met bijzondere namen voorziene gomsoorten zijn slechts door uitlezen verkregen. Soms zijn deze gomsoorten vervalscht met kerseboom- of pruimeboomgom. Deze beide zijn echter in water niet volkomen oplosbaar en kunnen dus lichtelijk herkend worden. Arabische gom wordt gebruikt voor het maken van pillen, pastilles, en emulsie's en als omhullend middel voor zware onoplosbare poeders (b.v. calomel) en scherpe, prikkelende middelen.

Veelal wordt het tot dit doel aangewend in den vorm van gompoeder (pulvis gummosus), een mengsel van gelijke deelen gom, zoethoutpoeder en suiker. Met 2 deelen water vormt Arabische gom het gomslijm: mucilago gummi arabici; een oplossing van 10 deelen gom met 5 deelen suiker op 135 deelen water (mixtura gummosa) wordt als verzachtende drank gegeven bij hoestprikkel of catarrh van den darm. Tragacanth is een gomsoort, die uit Astragalussoorten verkregen en minder gebruikt wordt dan Arabische gom.

< >