Olifantsziekte, Roosbeen van Suriname, een ziekte der tropen, die kenbaar is aan de vergrooting van enkele deelen van het lichaam, door verdikking van huid en onderhuidsch weefsel. De deelen, die in den regel aangedaan worden, zijn de beenen en de geslachtsdeelen.
De ziekte ontwikkelt zich meestal onder telkens terugkeerende aanvallen van watervaats-ontsteking of wondroos (Erysipelas), die met koorts gepaard gaan; na iederen aanval blijft wat waterzucht achter, en langzamerhand wordt de huid harder en dikker. De oorzaak der aandoening is een parasiet, de Filaria (zie aldaar); mannen en inboorlingen worden het meest aangetast. Men noemt de ziekte E. Arabum in tegenstelling tot de E. Graecorum of melaatschheid.
