noemt men branden, hetzij door chemische middelen, (zie Bijtende middelen) hetzij door gloeihitte, hetzij door een electrischen stroom. De laatste wordt in zijn meest primitieven vorm aangewend, door een gloeiend gemaakt ijzer (brandmerken) ; dit middel wordt in spoedeischende gevallen nog wel aangewend, b.v. bij beet van dollen hond of slang.
Overigens maakt men meer gebruik van de thermocautère, een toestel, waarbij een platinastift gloeiend wordt gemaakt en gehouden door er dampen van petroleumaether door te blazen. Ook kan men van electriciteit gebruik maken, om de gloeiing te verkrijgen (galvanocautère). De thermocautère wordt ook wel met den naam van den uitvinder Paquelin aangeduid.
