Gepubliceerd op 14-06-2022

Arsenicum

betekenis & definitie

wordt in de geneeskunde voornamelijk aangewend als arsenigzuur (acidum-arsenicosum, H3A5O3), en als arseentrioxyde, As2O3, een witte, in water moeilijk oplosbare stof, die plaatselijk bijtend (caustisch) werkt. In kleine giften veroorzaakt het op den duur een verbetering van den voedingstoestand van het orga-

nisme; vooral de vetafzetting in 't onderhuidsch celweefsel neemt toe; iets grootere giften veroorzaken een chronische, nog grootere een acute A.vergiftiging (zie aldaar). Bij langzaam stijgende doses gewent het organisme zich in den regel aan het vergift; het sterkst vindt men dit bij de arsenicumetende bergbewoners van Stiermarken.

Men maakt gebruik van A. bij de behandeling van malaria (in verouderde gevallen werkt het hierbij dikwijls beter dan chinine), sommige huidaandoeningen (schubvlecht, lichen ruber), maligne lymphomen (pseudoleucaemie of Hodgkin’sche ziekte), neurosen (zenuwpijnen, St. Vitusdans, asthma), bloedarmoede en andere voedingsstoornissen. Steeds moet bij het gebruik aan de mogelijkheid van vergiftiging worden gedacht en bij de minste maagstoornissen, oogbindvliesontsteking of andere verdachte verschijnselen moet de toediening dadelijk worden gestaakt. Daarenboven geldt als regel dit geneesmiddel slechts bij gevulde maag (na een maaltijd) en in langzaam stijgende giften te geven. Het arsenigzuur wordt vaak in den vorm van pillen voorgeschreven. Een veelgebruikt arsenicumpreparaat is ook de Fowler’sche oplossing, een waterige oplossing van arsenigzure kali, waaraan wat lavendelspiritus is toegevoegd.

In den laatsten tijd wordt veel gebruik gemaakt van arsenicumhoudende staalwateren. De meest bekende zijn die van Levico (bevattende 0.0009 pCt. arsenigzuur) en Roncegno (iets sterker), beide uit Zuid-Tyrol.

< >