Onder het ouderwetse woord 'zieltogen' verstaat men op sterven liggen, in doodstrijd verkeren.
Het woord komt uit godsdienstige geschriften en werd later in allerlei ridderverhalen overgenomen. Het woord raakte in de twintigste eeuw in onbruik. Het woord bestaat uit twee delen, ziel en het werkwoord togen, eigenlijk thogen, dat trekken betekent. Bij zieltogen wordt aan de ziel van de stervende getrokken. zie ook: sterfbed, ziel.