In de christelijke symboliek verwijst de roos naar Maria en naar het lijden van Christus.
Maria wordt wel 'de roos zonder doornen' genoemd. De vijfblaadjes van de roos worden in verband gebracht met de vijf kruiswonden van Christus en zij zijn hiermede ook het symbool van het martelaarschap. De roos is de koningin van de bloemen. Zij behoort tot de meest geschonken bloemen. Zij is als snijbloem het symbool van schoonheid en vergankelijkheid. De symbolische kracht van de roos zal liggen in het feit dat zij haar bloeiende blaadjes opent en zich naar de zon draait en daarmee een zinnebeeld is van de bevrijding van de ziel na de dood.
De lieflijkheid van de roos neemt in een doodsaankondiging iets van de beklemming weg. De roos is sinds de oudheid als symbool gebruikt voor zachtheid en wellust. De witte roos is het symbool der maagden; de rode roos die van de christelijke martelaren. In de moderne betekenis verwijst de roos naar liefde en vergankelijkheid. De geknakte roos verwijst naar het door de dood afgebroken leven; de verdorde roos naar het verwelkte lichaam. zie ook: symboliek