Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Huurling

betekenis & definitie

Na de Reformatie kwamen er lieden die niet tot een gilde behoorden en zich door personen lieten begraven, die van het leiden van begrafenissen hun beroep hadden gemaakt. Zij deden het werk dat anders de gildenknecht deed, en hoewel deze personen een sterfgeval slechts bekendmaakten of aankondigden, aangezien zij officieel niet het recht hadden tot 'aanspreken', noemden velen van hen zich toch aanspreker.

Gildenbroeders die het deftiger vonden zich door een 'huurling' te laten begraven dan door het gilde, moesten hiervoor aan het betrokken gilde een boete betalen. Een voorbeeld hiervan is bewaard gebleven in een rekening van de begrafenis van Sirnon van Steenbergen, boekdrukker te Deventer, gestorven in 1596, waarin onder andere staat vermeld: Tott die Wtvaert wtgegeven: Vrouw elinekhamers van wege het bidden ...................... 5 stuyver. het laecken over die kiste ......... 5 stuyver. Lambert op die Duympoorte ..... 10 stuyver. Het 'bidden' van vrouw elinekhamers kostte dus 15 stuivers, doch Lambert, de knecht van het boekdrukkersgilde dit' op de Duimpoort woonde, ontving 10 stuivers, aangezien hem het recht van aanspreken ontnomen was. Opmerkelijk is hier dat het werk van vrouw elinekhamers uitdrukkelijk bidden wordt genoemd. zie ook: aanspreker, gilden knecht.

< >