Een onderscheiding die op de jas en/of op het officieel kostuum werd gedragen en de functie aangaf van de betreffende persoon. In de moderne uitvaart wordt dit bodeteken niet meer gebruikt.
Oorspronkelijk werd het op de lange jas van de aanspreker (bode) aan de linkerkant op harthoogte gedragen, wanneer de overlijdensaankondigingen werden rondgebracht. Op de grote zwarte rozet was meestal in zilver een zandloper afgebeeld (de tijd die verloopt) en twee gekruiste zeisen, het attribuut van de dood die de grote maaier wordt genoemd Uesaja: 40:6-7). Grote maatschappijen, die behalve verzekeringen ook begrafenissen verzorgen, zogenaamde naturaverzekeringen, dosten hun bodes uit met prachtige bodetekens, als een soort reclame voor de betreffende maatschappij. Zeer bekend en bewaard gebleven zijn de prachtige zilveren bodetekens (bussen) van het uit 1847 daterende Zieken- en Begrafenisfonds 'Let op Uw Einde' te Utrecht.