Letterlijk betekent dit de kunst van het sterven; het is een leerboek uit de vijftiende eeuw, getiteld: 'Een Scone Leerlinge om Salich te Sterven'.
Van stervensbegeleiding was reeds in de middeleeuwen sprake door het uitgeven van 'Sterfboeken', catechetische werken die het doel hadden geestelijken en leken voor te bereiden op de dood en het hiernamaals. Deze sterfboeken waren alle in het Latijn en voor leken, voorzover deze konden lezen meestal, niet te begrijpen. De Ars Moriendi is echter in de volkstaal geschreven en kon zo door een grotere groep worden gebruikt.In de leer van de vier uitersten is vastgesteld wat de kerk leerde over dood, oordeel, hel, vagevuur en hemel. De stervende kreeg een duidelijk beeld van wat hem te wachten stond. Volg angst zag hij het ogenblik naderen, waarop de scheiding van lichaam en ziel zou plaatsvinden. Op dat beslissende moment van overgang, van 'overliden', moest de commandatie worden uitgesproken: 'Kersten Siele, reyst ende trec unt deser allendiger werelt, inden naem des almachtigen Vaders, die di ghescapen heeft'.
Wie ernstig ziek werd, wist dat hij van de geneeskunde weinig te verwachten had. Bovendien mocht een arts pas hulp verlenen, wanneer de ziel en het eeuwig heil van de patiënt veilig waren gesteld; de ziel was belangrijker dan het lichaam.
Het was een arts dus verboden een zieke te behandelen voordat deze geestelijke bijstand had ontvangen.
Het zal voor de middeleeuwse mens een geruststellende gedachte zijn geweest, dat de 'ars moriendi', de kunst om te sterven, voor hem een betrouwbare gids was bij de overgang van het tijdelijke naar het eeuwige.
Zie ook: dodenboek