s., winter; des -s, by ’t winter, winterdei(s), by de winterdei, winters; van de —, fan ’t winter, to winter; gedurende die —, dy winters; — zonder ijs, iepene winter; — zonder sneeuwval, skjinne winter; in de — opgelegd zijn (van schepen), yn ’e winterlaech lizze; vóór de — geploegd zijn, op winterfuorge lizze; de — overgehouden worden (van vee), oerrinne; stuk vee dat de — overgehouden wordt, oerrinder.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk