adj. & adv., nedich; — hebben, nedich wêze, brek wêze, fanneden wêze, hawwe, fan dwaen hawwe, brûke moatte, hoeve, hoege; iets — hebben, forlet fan eat hawwe; beslist — hebben, forlegen wêze om; wat heb je —?, hwat is de need?; zo veel van iets hebben als men — heeft, jins biderf fan eat hawwe; iem. van het -e voorzien, immen foarhâlde; het is er voor —, it stiet der ta; het -e, bihoef (it), biderf (it); zeer —, brea-nedich; zo —, by need, as it der ta komt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk