s., heak, pl. h e a k k e n; haken en ogen, heakken en oezen; in de —, yn 'e heak, yn ’e es; niet in de —, út ’e heak; de zaak is niet in de —, dat is forkeard, gjin suver spul, it spul hat luzen; met een — grijpen, heakje.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk