Definities van Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek) in de Ensie D
- Dijkbaas
- Dijkgraaf
- Dijkrecht
- Dijksbestuur
- Dijkschouw
- Dijkwerker
- Dijstuk
- Dik
- Dikbuik
- Dikgebuikt
- Dikhuidig
- Dikkoek
- Dikkop
- Dikte
- Dikwijls
- Dikzak
- Dilettant
- Dilettantisme
- Diligence
- Ding
- Dingen
- Dinges
- Dinsdag
- Direct
- Directie
- Directoir
- Dirkjespeer
- Dis
- Dissel
- Distel
- Distilleerderij
- Distributie
- District
- Dit
- Dobbelaar
- Dobbelen
- Dobbelsteen
- Dobber
- Dobberen
- Doch
- Docht
- Dochter
- Dodaars
- Doddegras
- Dode
- Dodelijk
- Doden
- Doedelzak
- Doek
- Doekspeld
- Doel
- Doelbewust
- Doelen
- Doelloos
- Doelmatig
- Doemen
- Doen
- Doeniet
- Doenlijk
- Doetje
- Doezelen
- Dof
- Doffer
- Dofheid
- Dog
- Dok
- Dokkeblaren
- Dokken
- Dokter
- Dokteren
- Doktersbehandeling
- Doktersvrouw
- Dol
- Dol (zie ook pag 70)
- Doldriest
- Doldriestheid
- Doldriftig
- Dolen
- Dolheid
- Dolk
- Dolkmes
- Dom
- Domheid
- Dominee
- Dominospelen
- Dominostenen
- Domkop
- Dommekracht
- Dommel
- Dommelen
- Dommelig
- Domoor
- Dompelen
- Domper
- Donder
- Donderaal
- Donderbui
- Donderdag
- Donderen
- Donderkop
