Definities van Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek) in de Ensie D
- Dashond
- Daslook
- Dat
- Dateren
- Datgene
- Datum
- Dauw
- Dauwbraam
- Dauwen
- Dauwnetel
- Dauwpier
- Daveren
- De
- Debat
- Debiet
- December
- Declamatie
- Declameren
- Deeg
- Deegachtig
- Deel
- Deelachtig
- Deelbaar
- Deelbouw
- Deelgenoot
- Deelnemen
- Deelnemer
- Deelneming
- Deemoed
- Deemoedig
- Deemoedigheid
- Deerne
- Deernis
- Deerniswaardig
- Definitie
- Definitief
- Deftig
- Deftigheid
- Degelijk
- Degelijkheid
- Degen
- Deinen
- Deining
- Deinzen
- Dek
- Deken
- Dekenvlag
- Dekgeld
- Dekhengst
- Dekken
- Dekking
- Dekkleed
- Deklaag
- Deklast
- Dekplank
- Dekriet
- Dekschip
- Deksel
- Dekstro
- Dekvogeltje
- Delen
- Delfplaats
- Delgen
- Delibereren
- Deling
- Delven
- Delver
- Democraat
- Democratisch
- Demonstratie
- Demonstreren
- Demonteren
- Dempen
- Den
- Denatureren
- Denderen
- Denkbaar
- Denkbeeld
- Denkbeeldig
- Denken
- Denker
- Denkvermogen
- Dennenappel
- Dennenhout
- Dennenorchis
- Derde
- Derdedaags
- Deren
- Dergelijk
- Derhalve
- Dertien
- Dertiende
- Dertig
- Dertigste
- Des
- Desbetreffend
- Desgelijks
- Deskundig
- Deskundige
- Desniettegenstaande
