Definities van Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek) in de Ensie B
- Beschut
- Beschutten
- Beschutter
- Beschutting
- Besef
- Beseffen
- Besjacheren
- Beslaan
- Beslag
- Beslagen
- Beslaglegging
- Beslagpot
- Beslapen
- Beslechten
- Beslijkt
- Beslijmen
- Beslijpen
- Beslissen
- Beslissing
- Beslist
- Beslommering
- Besluipen
- Besluit
- Besluiteloos
- Besluiteloosheid
- Besluiten
- Besmeren
- Besmettelijk
- Besmetten
- Besmetting
- Besmeuren
- Besnijden
- Besnoeien
- Besnuffelen
- Besommen
- Besparen
- Besparing
- Bespatten
- Bespelen
- Bespeuren
- Bespieden
- Bespikkelen
- Bespoedigen
- Bespoelen
- Bespottelijk
- Bespotten
- Bespotting
- Bespraakt
- Bespreken
- Bespreking
- Besprenkelen
- Bespringen
- Besproeien
- Bespuiten
- Bespuwen
- Bessensap
- Bessenwijn
- Best
- Bestaan
- Bestaanbaar
- Bestand
- Bestanddeel
- Besteden
- Besteding
- Bestek
- Bestekamer
- Besteken
- Bestel
- Bestelen
- Bestelhuis
- Bestellen
- Bestelling
- Bestemmen
- Bestemming
- Bestempelen
- Bestendig
- Bestendigheid
- Besterven
- Bestikken
- Bestormen
- Bestraat
- Bestraffen
- Bestraffing
- Bestralen
- Bestraten
- Bestrating
- Bestrijden
- Bestrijken
- Bestrooien
- Bestuderen
- Bestuiven
- Bestuiving
- Besturen
- Bestuur
- Bestuurder
- Bestwil
- Besussen
- Besvrucht
- Bet-overgrootmoeder
- Bet-overgrootvader
