Gepubliceerd op 02-04-2021

Droog

betekenis & definitie

adj. & adv., droech; door en door —, yndroech, rys-, koarkdroech, hoppich, sa droech as rys, hop; — en vast bigeard; voldoendeom gestreken te worden (van wasgoed), strykdroech ; — weer, druijerich waer; droge kleren aantrekken, (jin) fordroegje; op het droge zetten (van schip), droechsette.

< >