wind; lucht; adem; vent debout, tegenwind; vent fait, bestendige wind; aller vent arrière, voor de wind zeilen; avoir bon vent, een gunstige wind hebben; avoir le vent en poupe, voor de wind zeilen; fig. voorspoed hebben; avoir (le) vent et (la) marée, wind en tij mee hebben; in bijzonder gunstige omstandigheden verkeren; avoir vent de qc., de lucht van iets hebben; il fait du vent, het waait; il fait grand vent, het waait hard; gagner le (dessus du) vent (sur), de loef afwinnen; prendre le vent, eens poolshoogte nemen; prendre son vent, ademhalen; regarder de quel côté vient le vent, kijken uit welke hoek de wind waait; ook: zitten koekeloeren; zijn tijd verbeuzelen; quel bon vent vous amène?, wat brengt u hier?; exposé au vent, winderig [v. plaats]; être logé aux quatres vents, in een huis wonen waar je wegwaait; porter la tète au vent, het hoofd hoog houden; aller contre vent et marée, tegen wind en stroom varen; de plein vent, hoogstammig [v. boom]; côté du vent, loefzijde; windkant; Iles du Vent, Eilanden boven de wind; en plein vent, in de open lucht; aller selon le vent, met de wind mee zeilen; de huik naar de wind hangen; selon le vent la voile, men moet de tering naar de nering zetten; sous le vent, aan lij, lijwaarts; Iles sous le Vent, Eilanden onder de wind.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk