Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Noblesse

betekenis & definitie

adeldom, adelstand, adel; edellieden; ’t edele, edelheid; la petite noblesse, de lagere adel; noblesse de cour, hofadel; noblesse d'epée, krijgsadel; noblesse d'extraction, geboorteadel; noblesse de finance, gekochte adel; noblesse de robe, adel van de toga; noblesse oblige, een hoge geboorte (goede naam) brengt verplichtingen mee.

< >