I. midden; middelweg; omgeving, kring; le juste milieu, het juiste midden, de gulden middelweg (middelmaat); au milieu de, midden in, te midden van; au beau milieu, juist in ’t midden; du milieu de..., uit het midden van...; couper par le milieu, middendoor snijden;
II. middel-.