I. mater: mat maken; mat zetten [schaakspel]; fig. temmen, klein krijgen.
II. mâter: (be)masten, van masten voorzien; overeind zetten.
Gepubliceerd op 13-07-2022
betekenis & definitie
I. mater: mat maken; mat zetten [schaakspel]; fig. temmen, klein krijgen.
II. mâter: (be)masten, van masten voorzien; overeind zetten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: