meester; heer, eigenaar; leermeester; baas; Meester [titel van advocaten, notarissen, deurwaarders]; (be)heerser, gebieder; maitre clerc, eerste klerk [op notariskantoor]; un maitre fou, een eerste gek; maitre Jacques, Manusje-van-alles; premier opperbootsman; second maitre, bootsmansmaat; maitre au cabotage, kapitein op de kleine vaart; maitre à danser, dansmeester; maitre d'armes, schermmeester; maitre de chapelle, koordirecteur [i. e. kerk]; maitre de conférences, lector; maitre d’école, schoolmeester; maitre d'équipage, bootsman; maitre d'étude, surveillant, secondant; maitre de forges, eigenaar van hoogovens; maitre d'hôtel, chef-huisknecht; majordomus, hofmeier; ober; hofmeester; maitre du logis, maitre de (la) maison, heer des huizes; être maitre chez soi, baas in eigen huis zijn; être maitre de son sujet (de sa voix), zijn onderwerp beheersen of meester zijn; être maitre de soi, zich zelf meester zijn, zich beheersen; vous êtes le maitre, u hebt te beslissen (te bevelen); être son maitre, zijn eigen baas zijn; faire le de baas spelen; se rendre maitre de, zich meester maken van, bemachtigen; [iets] meester worden; rester maitre du champ de bataille, meester blijven van het Blagveld; trouver son maitre, zijn meester vinden; en maitre, meesterlijk; tel maitre, tel valet, zo heer, zo knecht; zie ook: voiture.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk