Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Loin

betekenis & definitie

ver; il ira loin, hij zal het ver brengen; il y a loin de vous à lui, er is een groot verschil tussen jullie beiden; il n'est pas loin de..., hij zal wel gauw...; elle est loin d'être la plus belle, zij is lang niet de mooiste; loin d'ici (de là), verre van hier (vandaar); loin de moi!, weg van mij!; loin de moi cette pensée, die gedachte zij verre van mij; (bien) loin de me remercier, wel verre van mij te bedanken; loin que ça me plaise, wel verre van mij te bevallen; au loin, in de verte; au plus loin, zo ver mogelijk; de loin, van verre, uit de verte; in de verte; un parent de loin, een verre bloedverwant; de bien loin, van heel ver; de 5 heures loin, van vijf uren ver; de loin en loin, van tijd tot tijd, (zo) af en toe; d'aussi loin (du plus loin) qu’il me vit, zodra hij mij zag; du plus loin qu'il me souvienne, zover mijn herinnering gaat; loin des yeux, loin du coeur, uit het oog, uit het hart.

< >