I. inschrijven, opschrijven, boeken, noteren, plaatsen [op een lijst]; graveren; se faire inscrire, zich op-, aangeven, zich aanmelden;
II. s’inscrire, zich (laten) inschrijven; s’inscrire en faux contre, voor vals verklaren [een akte, geschrift]; de juistheid betwisten van, opkomen tegen.