bodem; onderste, diepste, grondsop; binnenste, verborgenste, grond; (bouw)grond; bodemstuk, ondergrond, achtergrond; wezen. aard, kern, inhoud, hoofdzaak, uithoudingsvermogen; verste (achterste) gedeelte; zitting [v. stoel], kruis [v. broek]; un bon fond, een goed gestel; een goede inborst; faire fond sur, afgaan op, staat maken op, zich verlaten op, bouwen op: à fond, grondig; door en door; in de grond; geheel, flink; à doublé fond, met dubbele bodem; aller à fond, zinken; être engagé à fond, er aan vast zitten, zich diep erin hebben gewerkt; pousser à fond, tot ’t uiterste drijven; au (dans le) fond, eigenlijk; in de grond; au fond de, onderin, achterin; op de bodem (van); au fond du bois, in ’t diepst van ’t bos; envoyer au fond, naar de kelder zenden; aller fusqu’au fond des choses, de dingen grondig doen (onderzoeken); il y a 20 brasses de fond, er staat 20 vadem water; de fond en comble, van de grond af, van onder tot boven, volslagen; sans fond, bodemloos; grondeloos.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk