Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Éclater

betekenis & definitie

I. barsten, springen; los-, uitbarsten, uitbreken [v. oorlog], tot een uitbarsting komen; opzien baren, ruchtbaar worden; fonkelen, schitteren; faire éclater, duidelijk laten blijken, ten toon spreiden; éclater de rire, in lachen uitbarsten;

II. s’éclater, barsten, springen.

< >