I. devers: naar (de kant van); par devers soi, onder zich, onder zijn berusting.
II. dévers: 1. scheef, hellend; 2. wankant; helling; hoogteverschil [v. rails].
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: