Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Cote, côte, côté

betekenis & definitie

I. cote: aanslag [v. belasting]; beurskoers, -notering; notering [bij wedrennen]; letter, nummer [v. processtukken, bibliotheekboeken]; peil, (water)stand; cote mal taillée, ruwe berekening; vergelijk.

II. côte: rib; helling, stijging; kust, oever; fausse côte, valse rib; Côte d’Azur, Riviera; Côte d'Or, Goudkust; avoir les côtes en long, liever lui dan moe zijn; être de la côte d’Adam, een gewoon sterveling zijn; faire côte, stranden; mesurer (rompre) les côtes à qn., iem. de ribben stukslaan; se tenir les côtes (de rire), zijn buik vasthouden van het lachen; côte à côte, zij aan zij, (dicht) naast elkander; à côtes, geribd; met opgelegde naden; être à la côte, op zwart zaad zitten; aan lagerwal zijn; aan de grond zitten; être jeté à la côte, stranden.

III. côté: zijde, kant; côté cour, côté jardin, rechterzijde, linkerzijde [v. toneel]; à côté, er naast; vlak bij; mis; à côté de, naast; bezijden; nevens; vergeleken bij; à mes côtés, naast mij; aan mijn zijde; om mij; de côté, (van) ter zijde; zijdelings, zijwaarts; zij-; de côté et d’autre, van alle kanten; naar alle kanten; heen en weer; de l’autre côté, aan de andere kant; naar de andere kant; aan de overkant; in de kamer hiernaast; de ce côté, in deze richting; uit deze richting; aan deze kant; wat dat betreft; des deux côtés, van (aan) weerszijden; de tous côtés, van alle kanten; naar alle kanten; overal; d’un côté, naar één kant; van de ene kant; du côté paternel, van vaderskant; du côté de, naar, in de richting van; van, uit de richting van; aan de kant van; wat betreft; laisser de côté, uit-, weglaten; mettre de côté, ter zijde leggen, wegleggen; op zij zetten; buiten beschouwing laten; (over)sparen, overleggen; tirer chacun de son côté, ieder zijns weegs gaan; ne savoir de quel côté tourner, niet weten wat te beginnen; sur le côté, op zij, op de grond, ziek te bed, van de vloer, er slecht aan toe.

< >