Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Adoucir

betekenis & definitie

I. verzachten, verzoeten [een gerecht, drank], afslijpen, gladmaken, polijsten; fig. verzachten; temmen [een leeuw], beschaven, zachter stemmen [iem.], lenigen [smart], doen bedaren [woede], sussen [twist], matigen [eis];

II. s’adoucir, zachter worden; bedaren.

< >