Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Accabler

betekenis & definitie

overladen (de met), doen bezwijken; overweldigen, overmannen; verpletteren; fig. uitputten, drukken, terneerslaan; overstelpen (met); être accablé de, gebukt gaan onder, bezwijken onder; tot over de oren zitten in; silence accablé, doffe stilte.

< >